dinsdag 10 juli 2007

Berichten

Ooit stonden hier een 20-tal berichten van mijn hand. Die vind je hier nu niet meer. Daar zijn redenen voor, maar daarop wens ik voorlopig niet nader in te gaan. Te gelegener tijd zal ik deze berichten overbrengen naar een andere locatie.

maandag 11 juni 2007

het failliet van de regel van drie

dat was de titel van mijn opinie in DM van zaterdag 2 juni.
het is een regel die mij indertijd en zelfs vandaag nog zinnig en vooral noodzakelijk leek. maar ik ben me bewust van de onvolmaaktheid van deze regel. dat probeerde ik duidelijk te maken in dat stukje, alleen zijn 500 woorden wel heel weinig om dingen gezegd te krijgen.
Links, vrouw en lid van een etnisch-culturele minderheid. dat zijn de voorwaarden opdat ik stem op een kandidaat.
maar wat is links? tegenwoordig verkondigen de meeste partijen hetzelfde verhaal. het gaat over veiligheid, over de intoming van de stroom nieuwkomers door een strenger asielbeleid en het aanscherpen van de criteria voor gezinshereniging, het haast criminaliseren van 'gemengde' huwelijken wanneer er verblijfsrechten uit kunnen voortvloeien. Het gaat om de zogenaamde neutraliteit van de overheid die tot gevolg heeft dat gemotiveerde jonge studentes geen vrijwilligerswerk meer kunnen doen bij de Stad Antwerpen omwille van het dragen van de hoofddoek. Het gaat over diversiteit en feesten maar veel minder over het effectief bestrijden van ongelijkheid en racisme. Geen enkele 'linkse' partij durft werkgevers te confronteren met hun verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat mensen uit etnisch-culturele groepen evenredig in hun bedrijven aanwezig zijn. links staat voor progressief, open en strijdvaardigheid wanneer het gaat om de verdediging van de rechten van de zwakkeren in de samenleving. dat verhaal hoor ik niet meer van een partij als de Sp-a.
na de verkiezingen van gisteren is het duidelijk dat Vlaanderen geen zin heeft in links. Links heeft afgedaan. de Vlaming wil, zoals Herman de Croo in een reactie op de rampzalige uitslag voor zijn partij zei, een borstel die er nog grover doorgaat dan de vorige. een nieuwe borstel keert beter. Harder, grondiger, radicaler. Hebben Vlamingen een sadomasochistisch trekje?
Ik stem vrouw omdat ik het nog steeds een schande vind dat anno 2007 in heel West-Europa de vrouwelijke presidentes en premiers op één hand te tellen zijn. omdat ik vind dat vrouwen een andere aanpak hebben. daarmee zeg ik niet dat ze beter zijn dan mannen, het is gewoon een andere touch. oog voor andere gevoeligheden, andere invalshoeken.
net zoals met mensen uit een etnisch-culturele minderheid. Competentie is uiteraard wel belangrijk. Maar ik ga ervan uit dat vrouwen en mensen uit een etnisch-culturele minderheid even competent kunnen zijn als de mensen uit de meerderheidsgroep.
of even incompetent.
dan hebben we te maken met een slechte politica. niet gemaakt voor de politiek. het is dan ook onredelijk de oorzaak van die incompetentie te gaan zoeken in gender of in etnie.
en misschien is het dat wat er is misgelopen. dat de grote politieke partijen zich plots bewust werden van het groot kiezerspotentieel bij de nieuwe Belgen en dan maar gauw gauw een aantal exotica's op hun lijsten hebben gezet.
louter en alleen op grond van hun looks en achtergrond. Inhoud bleek minder belangrijk, althans, het was wel belangrijk dat deze exotica's niet afweken van het mainstream discours. ze moesten er vanbuiten exotisch uitzien, maar van binnen moesten ze zo wit zijn als Jef en Annemie en ze moesten zich vooral zo weinig mogelijk opwerpen als woordvoerders of verdedigers van de eigen gemeenschap. enkel de uiterlijke diversiteit is tolereerbaar. de regel van drie is niet volmaakt, maar goed, zolang dat evenwicht niet bereikt is, zolang er geen afspiegeling is van de samenleving in de politiek, hou ik mij eraan. ik verwees naar Rachida Dati, minister van justitie, de eerste vanuit de etnisch-culturele minderheid in Frankrijk. maar spijtig genoeg als lid van een rechtse partij van de harde lijn. alweer een bewijs dat de regel van drie niet zaligmakend is. ik ben gefascineerd door het personage Dati. een self-made woman die zelf haar weg zocht en zonder twijfelen recht op haar doel afging. een vrouw met een plan. opportunistisch tot en met, maar wat een durf! toch wat anders dan onze onzekere exotica's die zich nog al te vaak laten manipuleren door de partijen en geen kans krijgen om ook mee richting te geven aan de koers die er gevolgd wordt. die maar wat meezwalpen zonder goed te weten waar ze dit keer naartoe geleid zullen worden. Politiek is inderdaad niet voor doetjes.

vrijdag 8 juni 2007

in Letterland linkt naar ons

in Letterland:

dinsdag 5 juni 2007

COC Nederland: Bob Angelo-oorkonde uitgereikt aan Saddie Choua

COC Nederland

[DM] Rachida Lamrabet: Ik stem links en vrouw. Ik stem op Zohra Othman.

[DM] Rachida Lamrabet: Ik stem links en vrouw. Ik stem op Zohra Othman.

vrijdag 25 mei 2007

Beginnen met een gedichtje van Nazim Hikmet

Beginnen met een gedichtje van Nazim Hikmet

Vrienden,als ik die dag niet meer zie
Als ik sterf voor de bevrijding,
Breng me dan naar Anatolië
En begraaf me daar op een kerkhof in een dorp.


Uit testament van Nazim Hikmet
(Zijn wens was in testament opgenomen, maar niet in vervulling gegaan.)



Dag Fatima,

Er wordt nochtans gezegd dat de hoogleraar van psychiatrie I.B. Nagy was zelf een atheïst. De theorie is zo ingewikkeld en lang dat je best de boeken zelf leest of de cursus ‘contextuele hulpverlening’ volgt, als je ooit hiervoor de mogelijkheid kan krijgt. Hieronder geeft hij een goed beeld van de contextuele benadering.

Hij zegt, 'Alles draait om het verdienen van gerechtigde aanspraak door zorg te dragen voor de mensen met wie ik in relatie sta. Ik verdien gerechtigde aanspraak door feitelijk mensen te helpen of me om hen te bekommeren. Als ik mensen tot die houding kan aanzetten, is het “genezende” moment in de contextuele therapie: dat zij kunnen aannemen dat het de moeite waard is zich in te zetten om te geven in een relatie, omdat zij op hun beurt zullen ontvangen, maar ook omdat het geven op zichzelf een waardevol doel voor hen wordt. Wanneer dat punt is beperkt, is herstel mogelijk.'

Dag Inan,

Dit is mijn tweede poging en hoop dat je dit antwoord ontvangt.

Ivan Boszormenyi-Nagy "Grondbeginselen van de Contextuele benadering"

DE TOORTS

IX. Groepsloyaliteit als drijfveer voor politiek terrorisme

Vanaf blz.167

Yildiz Ertan

woensdag 16 mei 2007

BESTAAT GROEPSLOYALITEIT?

Yildiz Ertan

GROEPSLOYALITEIT

Wantrouwen tegenover groeperingen die in een andere loyaliteitsverbondenheid staan.


Toen ik gelezen had dat ieder kind, iedere volwassene loyaal is aan zijn ouders, aan zijn afkomst en dat het de grondslag is van zoveel positieve en negatieve emoties, legaat, zelfbeschikkingrecht en dat het een zeer belangrijk begrip is in de levensfasen van een mens, ben ik op zoek gegaan naar informatie rond groepsloyaliteit.
Wij hoeven maar een krant open te slaan of naar de intenties van de politici te luisteren over hun ouders en grootouders om te weten hoe ze uit hun onzichtbare of zichtbare loyaliteit handelen binnen hun politiekmandaat (Mijn groot vader was een …Mijn grootmoeder werd door de Nazi's meegenomen in…).

Bestaat groepsloyaliteit ook? Hoe bepaalde groeperingen met hun loyaliteit omgaan? Wat is het principe van naast elkaar bestaande loyaliteiten in een land als Verenigde Naties? Ik heb veel gezocht rond groepsloyaliteit maar weinig informatie gevonden. Het is I. Nagy, de grondlegger van de contextuele therapie, psychiater en gezinstherapeut die na loyaliteit over groepsloyaliteit het volgende hoofdstuk geschreven heeft. Hij ziet ook een sterke verband tussen onderdrukte groepsloyaliteit, crimineel gedrag en politiek terrorisme.


Wat gebeurt als men de loyaliteit onderdrukt?

Nagy is voorstander van een platform voor de behartiging van een zienswijze die rekening houdt met de aanspraken en wensen van groeperingen. Alle loyaliteitsgroeperingen moeten bij het voordragen van hun aanspraken tegelijkertijd ertoe worden verplicht zowel ten aanzien van zichzelf als van hun tegenstaanders de eigen criteria voor gerechtigheid van kracht te laten zijn.

Ik maak een samenvatting van zijn hoofdstuk en zet het hieronder. De vertaling uit het Engels is verwarrend en is moeilijk sommige zinnen in goed te begrijpen wat Nagy heeft bedoeld.

"De wereldopinie reageert zelden positief op eisen van de regeringen die buiten het maatschappelijk bestel vallende groeperingen zonder zelfbeschikking stellen. Het belangrijke punt is dat, binnen het democratisch systeem, de meerzijdige gerechtigheid en erkenning van alle groeperingen slechts binnen de grenzen van etnische of nationale eenheden van kracht kunnen zijn. Zelf in de meeste ontwerpen voor een wereldregering is geen plaats ingeruimd voor het principe van naast elkaar bestaande loyaliteiten. Er wordt in vrijwel geen enkel democratisch systeem voldoende rekening gehouden met het feit dat ook vreedzame religieuze, etnische of politieke groeperingen hun eigen loyaliteitsverplichtingen hebben.
Wanneer de groeperingen, het recht hebben loyaal en trouw te blijven aan hun ouders of afkomst, wordt dit ontzegd, is dit niets anders dan een poging, de mogelijkheden die in bewust beleefde verbondenheden liggen, te verdoezelen. Men beseft niet hoezeer ook onderdrukte loyaliteitsverbondeheden het menselijk gedrag bepalen.

Criminaliteit en politiek terrorisme vormen heden ten dage de twee grootste bedreigingen voor orde en gezag in de samenleving. Dankzij wetenschappelijke en technische vooruitgang en geraffineerd uitgewerkte strategieën lijken zij over de gehele wereld steeds kwalijker vormen aan te nemen, zowel voor het staatsysteem als voor het welzijn en de veiligheid van de burgers. Regeringen, die criminele geweldadigheid en politiek terrorisme gewoonlijk uitsluitend bekijken vanuit het gezichtspunt van hun orde en gezag, maken echter zelden onderscheid in hun overwegingen.

Pogingen tot intennationale neutralisering en nationale assimilatie zijn niet in staat de terechte loyaliteit van een groepering ten opzichte van haar wortels te vervangen als krachtbron voor individuele motivatie. Hiermee moet rekening worden gehouden met -bij het ontstaan van- verschillen tussen groeperingen met verschillende loyaliteitsverbondenheden. Zolang er in de wereldorde geen officiële mogelijkheid bestaat zulke eisen openlijk naar voren te brengen, zal dit in de toekomst het terrorisme door leden van niet-autonome groeperingen alleen maar in de kaart spelen."

Volgens het empowermentdenken dat in de Verenigde Staten ontstaan is en volgens de pedagogie van onderdrukten van Freire, moet de maatschappij voldoende aandacht schenken aan de mensen die in een afhankelijkheidspositie of in minderheidspositie terechtkomen. Sociale problemen ontstaan door een ongelijke verdeling van de toegang tot bronnen in de maatschappij. Zij zorgen ervoor dat mensen geen macht hebben over uiteenlopende domeinen in hun eigen leven. Indien men deze afhankelijke situatie van mensen die tot de machteloze groep behoren wil verlaten, is de oplossing hen te laten partipicieren in de samenleving.

Niet enkel de auteurs van empowermentbeweging maar ook Nagy pleit voor een vreedzaam kanaal, waarlangs de eisen van verdreven, uitgebuite of onderdrukte groeperingen zonder het recht op zelfbeschikking kunnen worden gehoord.

Ze hopen dat er zo'n platform komt die een discussie over de verwachtingen, noden van groeperingen op gang kan brengen, naar zijn leden kan luistert en rekening houdt met een medezeggenschap van de minderheidsgroepen in onze samenleving.

WAT BEDOELDE DE GRONDLEGGER IN DE CONTEXTUELE THEORIE?

Yildiz Ertan

WAT BEDOELDE DE GRONDLEGGER IN DE CONTEXTUELE THEORIE?

In het eerste deel over de generatiepijn bij opgroeinde allochtone kinderen en jongeren heb ik geschreven over de contextuele benadering binnen de hulpverlening. Ik kreeg reactie van Fatima over het aspect van ontschuldiging, (de enige gepaste vertaling uit het Engels) dat ze dat niet goed begrijpt. I. Nagy, de grondlegger van de contextuele therapie, psychiater en gezinstherapeut zag verontschuldiging - niet gelijk aan de vergeving van de godsdienst en als een deel van het genezingsproces.
Het is uiteraard onmogelijk om hier de hele cursus en theorie en al die termen uit te leggen, zoals ontschuldiging, erkenning geven, leunen op destructief recht, parentificatie van het kind,…
Een verhaal.

Selma is zes jaar. Zij woont met haar moeder alleen die meestal verdrietig rond loopt en veel depresseive symptomen toont. Zij gaat graag naar haar vader tijdens het weekendbezoek, maar voelt zich niet goed omdat ze haar moeder dan alleen laat en Selma voelt aan dat haar moeder dan meer verdriet heeft. Zij zit met een hulpverlener in een gesprek. De hulpverlener vraagt aan Selma wat zij doet wanneer haar moeder verdrietig is.
Selma antwoordt; 'Ik zeg haar lieve woorden. Ik doe haar lachen. Ik vraag mijn mama of zij met mij wil spelen. Soms vraag ik haar om met mij naar buiten te gaan.'

Ontschuldigen?
Rekeningen uit het verleden beïnvloeden de toekomst. Werken met het verleden implicieert een preventieve werking voor de toekomst.

In de contextuele hulpverlening zei Nagy het volgende over de ontschuldiging: 'Comprendre' is nog geen ontschuldiging, maar het komt in de buurt. Vergeving en ontschuldiging zijn niet hetzelfde. Er is verschil tussen de twee. Ontschuldiging is op ethische wijze alle blaam wegnemen. Er is geen grond meer voor de beschuldigingen (van ouders). Ik besluit om niet te beschuldigen. Ik neem de reden voor de beschuldiging weg.

Ethisch betekent ontschuldiging dat je iemand ziuvert. Bij vergeving zuiver je de andere niet maar ben je zelf zo grootmoedig aan te zien van wraak of genoegdoening. Als iemand in alle eerlijkheid boos is op zijn ouders , dan raakt hij zijn basis voor vertrouwen kwijt. De boosheid is nog niet zo erg als op iemand neerkijken. Iemand verachten is het ergste. Als die persoon onder ogen zou zien wat voor een slechte ouders zijn ouders zijn, dan verlies hij zijn vertrouwen. Daarom is het genezend moment belangrijk; iemand te helpen om zijn ouders te ontschuldigen. Dat wordt als een belangrijk element van het genezingsproces gezien.
Hiervoor zijn er veel stappen nodig.
De ontschuldiging kan beginnen vanaf het moment dat die persoon een verklaring vindt voor de houding van zijn ouders. In de therapie ruimte geven aan woede en verdriet van het slachtoffer is een belangrijk begin voor ontschuldiging. Evenals erkenning geven voor het verdienste en voor het geven van een slachtoffer.

Ook met het woord ethiek binnen de contextuele theorie wordt dus niet bedoeld te omschrijven wat behoort of niet behoort; er is geen sprake van een warden –en-normen ethiek. Evenmin geldt dat er vanuit een bepaalde moraal zou moeten worden gewerkt.

Groei van een kind is op zichzelf is al geven. Goed opgroeien in het gezin is een manier van loyaal zijn. Als het kind zich goed gedraagt, geeft het aan het gezin. Men kan de ouders helpen dit te erkennen.


Het uitgangspunt van de contextuele benadering is steeds: herstel van betrouwbaarheid van relaties, laten verdienen van recht, het aanzetten tot actie en ontschuldigen van ouders. Door het investeren in de zorg voor de ander bouwt men individueel krediet op. Nagy noemt dit gerechtigde aanspraak.
Wat een kind voor zijn ouders doet, is het geven en nemen om de relatie.


Wil het kind constructief gerechtigde aanspraak kunnnen verwerven op grond van hetgeen het aan de ouders heeft gegeven, dan moeten de ouders kunnen ontvangen van het kind.
Sommige ouders kunnen weinig ontvangen van hun kind, laat staan dat ze het kind erkenning kunnen geven. Andere ouders doen een bovenmatig beroep op het aangeboren vermogen van hun kind tot geven (parentificatie van het kind).

De terapeut of de hulpverlener probeert de loyaliteitsconflicten zichtbaar te maken voor alle betrokkenen. Evenals de zorg voor en investeringen van elkaar.

maandag 7 mei 2007

Vers Bloed nieuws


Er is een link naar onze blog gelegd door iemand die Rachida en haar echtgenoot kent. Leuke blog trouwens. Er staat ondermeer een inzichtsvol berichtje op over waarom mensen zoal bloggen. Ik sluit me er volledig bij aan, want ik gebruik mijn blogs op net dezelfde manier: een hulpmiddel om contacten te onderhouden waar je door allerlei omstandigheden soms te weinig aan toekomt. Een soort van virtuele koffieklets in de vorm van een logboek over de dingen die me bezighouden.

zondag 22 april 2007

Over taal

Ik ben een plakker, in alle betekenissen van het woord. Daarom woon ik al tien jaar in Gent. Ik heb hier gestudeerd en ben vertrouwd geraakt met de cafés, de winkels, de buurten en de mensen. Verknocht. Deze stad heeft een aparte aantrekkingskracht. Charisma en schoonheid. Je kan hier opgaan in de drukte van een mensenzee, maar evengoed moederziel alleen op een pleintje zitten met enkel het ruisen van de wind of de druppende regen op de achtergrond. Meer hoef ik niet.

Ik ben in 1978 geboren in Neerpelt in het noorden van Limburg. Mijn ouders zijn Turks, ik heb de dubbele nationaliteit. Vader werkte, net als veel immigranten, in de steenkoolmijn, moeder zat thuis en zorgde voor mij en mijn zusje. Zo ging dat toen. Na de mijnsluitingen liep iedereen een beetje verloren. Maar na enkele jaren zagen vele Turken hun heil in de kebabbusiness. Dus begonnen mijn ouders ook een zaak. Zo ging dat toen. Nu zijn ze gepensioneerd en hangen ze hier nog rond, verlangend naar het vaderland, maar niet in staat hun kinderen achter te laten. De tragiek van de inwijkeling.

Ik deed het goed op school en mijn ouders stimuleerden me om verder te studeren. Dat was niet echt nodig. Ik kon niet wachten om 18 te zijn en op kot te gaan, om vrije stadslucht te snuiven. Leuven was me te katholiek, Antwerpen te rechts, Brussel te Frans en Hasselt te dichtbij. Het werd Gent en dat heb ik me nog niet beklaagd.

Dit is een open stad met veel mogelijkheden en diversiteit. Jonge en oude mensen, rijke en arme, blanke en zwarte, linkse en rechtse. We kunnen allemaal goed opschieten met elkaar. Een Gentenaar doet gewoon zijn eigen ding, zonder een ander te storen, maar voelt zich ook niet te goed om de handen uit de mouwen te steken voor een ander. Zo zegt men het toch hier.

Een verwaaide Limburger

Ik woon in de wijk Rooigem-Brugse Poort, niet ver van de Bevrijdingslaan. Dat is een drukke verkeersader die de kleine ring verbindt met het centrum. Deze wijk was lange tijd verwaarloosd, maar wordt opgewaardeerd onder de noemer ‘Zuurstof voor de Brugse Poort’. Een groot aantal krotten en kraakpanden is gesloopt. De stad maakt plaats voor meer groen en betere behuizing. In mijn straat net buiten die ring is het heel rustig en kakelen loslopende kippen lustig over de weg. Ik ken mijn buren en zij kennen mij. Soms slaan we een babbeltje en soms laten we elkaar gerust. En als er iets te doen valt, kunnen we altijd op elkaar rekenen. Zo gaat dat hier...

De voertaal in de Bevrijdingslaan is Turks. Daarnaast heb je het plat Gents, het Russisch, Engels en een heel klad andere talen. Maar als je rondloopt, lijkt het alsof de meeste mensen Turks spreken. Je kunt ermee terecht bij de bakker, de slager en de kruidenier. Je kunt je kleren kopen in het Turks, op café of restaurant gaan en zelfs geld lenen bij een kredietinstelling. In feite kan een Turk zijn hele leven probleemloos in deze buurt slijten zonder het Nederlands machtig te zijn.

Er is veel diversiteit in de Brugse Poort en dat juich ik toe. Je wordt geconfronteerd met andere talen, gewoontes en mentaliteiten. Deze mengeling van culturen kan een verrijking zijn. Het dwingt je om na te denken, over wie je bent en wat je doet, om te vergelijken en te evalueren.

Maar we mogen niet blind zijn voor eventuele negatieve gevolgen. Culturen kunnen ook botsen: een verrijking is alleen mogelijk als beide partijen begrip hebben voor elkaar en open en verdraagzaam zijn. Mensen moeten met andere woorden moeite doen. En dat zie ik nog altijd veel te weinig gebeuren.

Daarom ben ik twee alinea's hier boven begonnen over taal. Dat is volgens mij de belangrijkste sleutel in de samenleving. Om elkaar te begrijpen en in tweede instantie te helpen heb je een gemeenschappelijke taal nodig. Vermits we in Vlaanderen leven, is dat in dit geval het Vlaams. Het lijkt logisch, maar in de praktijk is het vaak anders. Net als veel Franstaligen in de faciliteitengemeenten bijvoorbeeld zijn er een heleboel immigranten in concentratiewijken die geen Vlaams kunnen spreken. En wat nog erger is: ze doen geen moeite om het te leren, want ze kunnen toch (over)leven met de taal die ze wel beheersen.

Leven en samenleven

Overleven of leven, maar niet samenleven. Zonder taal kun je geen deel uitmaken van een samenleving. Hoe kun je in Gent of in de rest van Vlaanderen een fatsoenlijke job vinden, als je geen Vlaams spreekt? Hoe kun je een degelijk huis op de kop tikken? Hoe kun je deelnemen aan het dagelijkse leven? In een wijk als de Brugse Poort zal je van je tekortkoming weinig hinder ondervinden, maar daarbuiten? Daarbuiten tel je niet mee, ben je een vogel voor de kat.

Vele Turken en Turkse Belgen sluiten zich zonder het te beseffen uit van de mogelijkheden die dit land hen te bieden heeft. Ze leven op een eiland. Wat op microschaal hun ontwikkeling en die van hun kinderen in de weg staat, discrimineert op macroschaal hun hele gemeenschap. Van jongsaf aan groeien die kinderen op met een taalachterstand die velen nooit meer goedmaken. Ze ploeteren veelal door de lagere en middelbare school en eindigen in het beroeps of de technische richtingen, als ze de schoolbanken al niet voortijdig verlaten. Daardoor is er maar een minieme doorstroming van (in dit geval) jonge Turken naar bijvoorbeeld de wetenschapswereld, de media of het cultuurwezen.

De voorbije decennia zijn verloren gegaan aan manke integratie en dit is evenveel te wijten aan zowel autochtonen als immigranten. Wat deze laatste groep kan doen, is alvast beginnen met de taal. Ik vind niet dat je iemand kan of moet verplichten om een taal te leren. Maar als mens moet je het gezond verstand laten spreken. Als iemand deel wil uitmaken van een samenleving, dan moeten er aan twee fundamentele voorwaarden voldaan worden. Ten eerste moet het individu bereid zijn om voor een deel op te kunnen gaan in de groep, in dit geval de taal leren. En ten tweede moet die groep zich openstellen en de nieuweling aanvaarden zonder dat die zijn identiteit verliest. Dan pas kunnen we beginnen spreken over samenleven. Zullen we nog een poging wagen?

zaterdag 21 april 2007

Optreden


Op zondag 22 april treden wij op in het kader van Het Groot Beschrijf.




Waar: Beursschouwburg, Gouden Zaal

Wanneer: 15:30 - 16:30

Wat:

In Vlaanderen loopt - eindelijk - literair talent rond dat niet meteen door en door Vlaams is. Inan Akbas, Saddie Choua, Yildiz Ertan, Rachida Lamrabet, Fatima Ualgasi, Ali Wauters staan op het punt om het als schrijver te maken. Misschien behoeden zij de Vlaamse letteren zelfs voor een dreigende bloedarmoede. Zij lezen voor uit eigen werk. Nadien geeft Al Galidi, in 1998 uit Irak gevlucht en nu een van de nieuwe literaire sterren in Nederland en Vlaanderen, zijn mening over het fenomeen "allochtonenliteratuur". Gastvrouw is Nele Hendrickx.

Organisatie: Passa Porta, Kunst en Democratie

vrijdag 20 april 2007

Etnisch - Culturele Minderheden en de Contextuele Therapie

Yildiz Ertan


De generatiepijn bij opgroeiende allochtone kinderen en jongeren

Een korte inleiding


Als de eerste deel van mijn eerste lange tekst zou ik vandaag willen schrijven over de gevolgen van de migratie voor de kinderen en jongeren van de gemigreerde ouders of grootouders. Bij het tweede deel zou ik het dan over het contextuele gedachtengoed van de Hongaars-Amerikaanse psychiater en gezinstherapeut I. B.Nagy willen hebben.
Omdat ik het, zoals vele hulpverleners erg toepasselijk vind op het welzijns- en gezinsleven van allochtonen. De eerste generatie migranten draagt een geschiedenis van overleven met zich mee. Vanuit deze theorie wordt het gedrag en de problemen van allochtone kinderen en jongeren beter verduidelijkt en begrepen. In de mate van het mogelijke zou ik regelmatig willen schrijven over mijn ervaring en het contextueel werken met allochtone cliënten.

Een tuin is pas mooi door de verscheidenheid aan kleuren en een moderne stad met diversiteit

Sommige steden in Vlaanderen evolueren heel snel tot een stad met een etnische en culturele diversiteit, met andere woorden ze gaan geleidelijk van monocultuur naar multicultuur. De diversiteit van culturen uit de hele wereld neemt spectaculair toe. De 21ste eeuw zal multicultureel zijn, lezen wij regelmatig. Deze diversiteit kleurt wel de interimbureau's, de grootwarenhuizen, wachtkamers, consultatiebureau's en de straten, maar in minder mate de cultuurhuizen en het gesubsidiëerde sociale of culturele leven. Zelfs vanuit de bedrijvenwereld is er ook een grote aandacht voor etnomarketing. Blijkbaar vormen de etnische minderheden een grote en interessante marketingdoelgroep. Per jaar besteden ze miljarden euro's. Daarbij bestaat de groep van uit jongeren dan de rest van de autochtone bevolking.

Daarnaast is er een groot verschil in het welzijnsleven en de geestelijkeproblemen van de etnisch- culturele minderheden. In de media vernemen wij regelmatig de dramatische gevolgen van het sociale isolement en de geestelijke gezondheidsproblemen van deze groep. Op de vraag wie en welke dienst zich serieus met gezondheid en welzijn van de minderheden bezighoudt en signalen aan het beleid doorgeeft en opvolgt, kan ikzelf geen concreet antwoord geven ondanks mijn ervaring in de sociale sector Bepaalde teams of organisaties mogen ook niet gebruikt worden als een excuus-truus. Op een van de stuidedagen over de geestelijke gezondheid van de etnisch –culturele minderheden hoorde ik een verantwoordelijke GGZ zeggen, dat de overheid middelen moet vrijmaken om aan het welzijn en de gezondheid van deze groep te werken. Zolang daarvoor geen middelen voor vrijkomen wil of kan men niet aan deze doelgroep werken. Uit onderzoek blijkt dat de minderheidsgroepen nog steeds minder beroep doen op de vrijwillige hulpverlening; bv: comités, JAC, Alg. Welzijnswerk, …terwijl hun geestelijke en sociale problemen op een schrijnende manier stijgen. De jongeren komen meer in de gedwongen hulpverlening terecht; het parket, de jeudrechtbank, de gemeenschapshuizen,… dan in de vrijwillige hulpverlening. Over deze leemte binnen die problematiek worden er regelmatig onderzoeken gevoerd en stuidedagen georganiseerd. Buiten het gebrek aan werkmiddelen heeft men nog steeds in België geen gepaste methodieken en zijn er weinig interculturele medewerkers of intermediairs tewerkgesteld om met deze doelgroep te werken. Dit is zó belangrijk omwille van hun ondersteuningsfunctie, modelfunctie en brugfunctie, drempelverlagend werken, belangenvertegenwoordiging, affiniteit, eigen ervaring (ervaringsdeskundige), en om de zelfontplooiingskansen te creëren. Omdat de westerse sociaalwerkers en hulpverleners vaak te veraf staan van de leefwereld van de minderheidsgroepen. Daardoor kan het gebeuren dat ze elkaars gedrag en intentie verkeerd begrijpen.
Sociale empowerment is een term die benadrukt de zelfbeschikking en en de inspraak van de cliënt binnen de organisatie en de sociale instellingen om door hun kwaliteiten, capaciteiten en ervaring een gewenste positie te verkrijgen.

Bij de term etnisch-culturele minderheden die de straten en winkels kleuren denken wij niet enkel aan de tweede en derde generatie allochtonen, maar er zijn ook nog de nieuwkomers, politiekvluchtelingen, niet begeleide minderjarigen, woowagenbewoners en mensen zonder papieren. Deze mensen zijn naar hier geïmmigreerd. Migratie is een pijnlijke ervaring en vol stressfactoren door het voortdurend zoeken naar een nieuwe sociale omgeving – die de familebanden vervangt- een dak boven het hoofd, werk of inkomen en de intensive inspanning bv. om de taal van het nieuwe land te begrijpen en te leren. De snelle veranderingsprocessen, het sociale isolement, de armoede, de discriminatie en het racisme zijn ziekmakende ervaringen voor een persoon. De weerloosheid van iemand in het migratieland en de afhankelijkheid van de goede wil van andere mondige burger, zoals een moeilijke huisbaas, moeilijke werkgever, buur of pestende collega's zijn elementen die zich als extra stressfactoren voordoen in het leven van de migrant, die een autochtoon niet of minder heeft.

Door de migratie ervaart de migrant in het begin veel wantrouwen, onrechtvaardigheid en deloyaliteit in zijn relatie en in de confrontatie met de wereld van de autochtonen. De psycholgen en onderzoekers schrijven vandaag over veel ellende rondom de migratie en de illegale economie die de migratie uitlokt en over de gevolgen van de mensenhandel. Helaas, dit alles bij elkaar put het het lichaam uit, dus zorgt voor een Burn-out syndroom. Veel ouders van de jongeren met wie ik gesprekken gevoerd heb, kampen met dat verschijnsel en hebben veel steun, rust en begrip nodig . De gevolgen van de migratie hebben een grotere invloed op het dagelijks leven van de jongeren en kinderen dan men zou denken. Jongeren met problemen hebben meestal uitgeputte ouders. Zij leven en voelen sterk mee wat hun ouders beleven en voelen (zie de loyaliteitstheorie). Sowieso zijn er pijnen die van de ene generatie op de ander overgaan, maar bij de migratie zijn er meer door deze extra sressfactoren en het verlies van familie en de vertrouwde omgeving in het herkomstland.
Dit proces, erfenis van de migratie gaat minstens drie generaties mee, van grootouders, ouders en kinderen. Daarom is het welzijn van hun ouders zo belangrijk om hun eigen welzijn en geluk te kennen en te realiseren. Nagy zegt het ongeveer zo: "Het werken aan het welzijn van anderen is het werken aan ons eigen welzijn."
Is het in deze context niet begrijpelijk dat allochtone jongeren vandaag signalen geven over hun kwetsbaarheid, kwelling en hun prespectiefloze toekomst in een harde concurerende maatschappij, tegenover de gemakkelijk succes na succes boekende begoede burgers?


Het contextueel gedachtegoed van Ivan Boszormenyi-Nagy wordt als de helende kracht van de contextuele therapie gezien.

Deze theorie vindt op een onmiskenbare manier meer en meer terrein in het welzijnswerk en in de hulpverlening. Ivan Boszormenyi-Nagy was zelf een migrant in de Verenigde Staten en ontwikkelde de contextuele therapie, vanuit de individuele therapie en de systeemgerichte gezinstherapie.
Hij werd geboren op 19 mei 1920 in Boedapest. Hij werd psychiater en hoogleraar aan de universiteit van Boedapest. In 1950 emigreerde hij naar In 1957 werd Nagy directeur van de afdeling gezinspsychiatrie van het Eastern Pennsylvania Psychiatric Institute, Philadelphia. Hij overleed op 28 januari 2007. Hij was 86 jaar geworden.

De term "context" is gekozen om de dynamische verbondenheid aan te geven van een persoon met zijn of haar betekenisvolle relaties doorheen de generaties, naar het verleden en de toekomst. Contextuele hulpverlening is dus hulpverlening die rekening houdt met en gebruik maakt van deze dynamische verbondenheid.
Samengevat, het is een professionele vorm van zorg die de cliënt begrijpt vanuit zijn contextuele dynamiek van relaties.


Dit is helemaal niet zo verwonderlijk als we zien dat welzijnswerkers dagelijks heel concreet en heel acuut te maken krijgen met vragen rond verbindingen en breuken in familiale banden en met steeds terugkerende problematieken over de generaties heen.


Zorgvuldige diagnose in het kader van contextuele theorie

In zijn contextuele benadering onderscheidt Nagy vier dimensies in de relationele werkelijkheid van iedere mens:

De feiten: wat is de reële ellende ?
De psychologie: wat betekent het voor de persoon en hoe gaat hij ermee om ?
De transacties: welke visies, mens- en wereldbeelden en vooroordelen spelen ?
De relationele ethiek: welke relaties zijn verstoord ?

Het is een grote verdienste van de contextuele therapie dat ze veel nadruk legt op feiten. Feiten zijn er om onder ogen te zien. Wat hebben mensen doorstaan? Waarmee worden ze dagelijks geconfronteerd ? Dat zijn andere vragen dan de Freudiaanse vragen die éénzijdig gericht zijn op de psychische beleving en veel klachten psychiatriseren. Doodnormale uitingsvormen van stress, onbehagen, heimwee en verdriet (migratierouw) van migranten zijn geen ziektebeelden zo als depressie, paranoia, manie of een psychose. Een transactie kan positief zijn als het een doel dient, bijvoorbeeld: zuinig leven is goed. Het is negatief zodra het rigied en onveranderbaar is, bijvoorbeeld: christenen en moslims die elkaar haten. Vlamingen willen dat buitenlanders oprotten; migranten passen zich niet aan en leren geen Nederlands. Feiten, psychologie en transacties geven zicht op de levenssituatie, inzicht in de patronen van de relationele netwerken en bieden een verklaringsgrond voor wederzijdse vooroordelen. Nog een feit? Wie sterk is in de maatschappij laat zijn stem beter horen. Maar wat zij uiteindelijk doen, is het diagnosticeren van de situatie waarin de migrantencliënt zich bevindt: de reële ellende die veelal in maatschappelijke processen zit, die mensen ziek kunnen maken.

Loyaliteit

Primaire loyaliteit ontstaat door de geboorte. Feitelijk dankt het kind zijn existentie aan de ouders; zonder ouders zou het kind er niet zijn. Dit heeft wortels in de biologische en erfelijke verwantschap. Door zijn geboorte is ieder mens in een niet te ontkennen, onomkeerbare verhouding met zijn ouders gekomen. De basis hiervan ligt voor een belangrijke deel in biologische en erfelijke verwantschap. Kinderen voelen zich dikwijls verlamd wanneer zij zich in een situatie van gespleten loyaliteiten bevinden. Denk aan de constante ruzies tussen de ouders of de echtscheiding. Het geven en nemen van ouders en kinderen moet in balans blijven om tot een goede relatie te komen.
Zorg en verantwoord ouderschap, hoe gering ook, geven voeding aan de primaire loyaliteit die de generaties bindt. Het verschilt fundamenteel van het psychologisch begrip 'zich loyaal voelen'. Het is ook van belang het begrip loyaliteit niet te moraliseren, zoals dat 'iets goeds' of 'iets slechst' is. Wel worden met dit begrip de diepste motiverende krachten beschreven in de cliënt zonder waardeoordeel hierover van de therapeut of hulpverlener.
Loyaliteit kan beschouwd worden als een context waarin het kind de kans krijgt om aan zijn ouders te geven en van hen te ontvangen. Een zoon die voortdurend van moeder van alles krijgt, materieel en zorg, en die niets mag terugdoen en teruggeven, krijgt dus geen kans om te geven, om erkenning van zijn ouders te krijgen. Het geven en nemen is niet in balans, volgens Nagy's theorie. De hulpverleners ervaren dat het verwaarloosde kind het meest loyaal is naar zijn ouders toe.


Een casus om de loyaliteit van een kind beter te begrijpen:

'Sabine is 12 jaar. Haar moeder dronk elke avond. Drie andere kinderen van haar waren uit het huis geplaatst via het comité bijzondere jeugdbijstand. Sabine wilde natuurlijk zo graag bij haar mama blijven en voor haar mama zorgen en niet zoals haar zussen en broer geplaatst worden. De buurman kwam regelmatig bij hen op bezoek en dronk met haar moeder mee. Ze stuurden Sabine soms 's avonds naar de nachtwinkel om sigareten of drank te gaan halen. Terwijl ze zelf bescherming nodig had, ging ze heel graag naar de winkel en deed het huishouden om hen gelukkig te zien. Op een avond kwam ze de vervelende consulent van de jeugdrechtbank tegen in de winkel. Hij begon lastige vragen te stellen, die ze niet wilde beantwoorden. Ze had hem graag, maar ze was bang dat hij haar moeder ging beschuldigen van verwaarlozing en Sabine zou plaatsen. Na een tijdje begon de buurman aan haar te prutsen. Sabine zweeg. Ze zorgde voor haar mama die regelmatig dronken en niet in staat was om situatie van Sabine in te zien. Sabine ging zelfs voor haar eten halen of maakte minutensoep klaar. Haar moeder miste de andere kinderen die geplaatst waren en zag hen liever, dacht Sabine. Erkenning van haar voor haar verdienste moeder kreeg ze niet. Het was haar oudste zus aanwie de mama af en toe erkening gaf. 'Je begrijpt mij, dochter. Zonder jouw bezoek zou ik een ongelukkige mama zijn. Je helpt me veel als je hier bent. Rust maar even straks moeten jullie teruggaan naar de home'.

Ze wilde ook de liefde en de aandacht van haar mama krijgen en deed daarvoor haar best, maar toch kon ze ermee leven dat haar moeder haar geen affectie kon geven. Wanneer de hulpverleners vergaderden met gefronsde wenkbrouwen over haar moeder, dacht ze regelmatig dat niemand haar moeder beter kon begrijpen dan Sabine zelf. Zij bleef voor haar moeder van alles doen: opruimen, kuisen en winkelen. Toch hield haar mama meer van haar andere kinderen. Dat duurde zo een tijdje tot men in de school leer - en concentratie problemen ondervond bij haar en van Sabine verhalen hoorde over thuis dat het ook niet goed ging met mama.

Wanneer Sabine geplaatst was dacht ze veel over haar moeder. Als ze de liedjes hoorde die haar moeder graag naar luisterde, het eten in de winkels zag, die haar moeder graag at, werd ze heel verdrietig.'


Volgens Nagy liggen de bouwstenen voor de ontwikkeling van het kind vervat in het begrip van loyaliteit. In het kader van pleegplaatsing worden kinderen met serieuze belangentegenstellingen geconfronteerd. De loyaliteitsconflicten kunnen een uitweg vinden in symptomatisch gedrag, in ontwikkelingsstoornissen.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de loyaliteiten.
-Verticale loyaliteit: tussen opeenvolgende generatie.
a -onzichtbare loyaliteit
b-gespleten loyaliteit
-Horizontale loyaliteit. tussen vrienden en partners.



Wetend dat de contextuele therapie de diepe ellende in het leven van de cliënt niet helemaal kan wegnemen, maar kan het hiermee toch tot de kern van het probleem teruggebracht en hem de mogelijkheid geschappen worden tot zelfontplooiing. De hulpverlener duidt voor de cliënt ook de balans van geven en nemen in zijn relatie. De hulpverlener probeeert de loyaliteitsconflicten zichtbaar te maken voor de cliënt en voor alle betrokkenen om zo de loyaliteiten met elkaar in evenwicht te brengen.
Er is nog zo veel om hierover te schrijven en dat is dan wel hopelijk tot de volgende keer.

De namen in de casussen zijn fictief.

Hulpbronnen:
-Hoe zijn ervaringen van ex-druggebruikers en allochtonen…Valérie samsoen, Saskia Nauwelaerts, 1999/2000.
-Contextuele theorie, Ivan Boszormenyi-Nagy.
-De Rider, R. interculturele bemiddeling in de gezondheidszorg. Sociaal, 1991
-illich, I. en P. Freire. Pedagogie van de onderdrukten, 1979

donderdag 5 april 2007

Het werkt

Hallo Fatima,

Je hebt een uitleg, speciaal voor mij op de blog gezet. Wat lief van je! Het is zeer duideljk. Je hebt een goed geduld om een goed beschrijving van techniek te geven, hé? Bedankt.

Wel had ik die stappen reeds eerder gedaan om te kunnen bloggen, maar het was toen niet gelukt, bv. op die dag dat het bloggen blijkbaar niet werkte. Nu wel. Ik ben blij.

Ik moet nog dringend met Hai-Chay contact opnemen in verband met zaterdag.

Daag

Yildiz

eindelijk

Dag blogmeesteres,
Dag Fatima,

Ik hoop dat nu mijn bericht verschijnt op je scherm.

Yildiz

dinsdag 3 april 2007

Trop is teveel

[noot van de webmaster: Rachida heeft problemen om op de blog in te loggen, daarom post ik dit bericht van haar even onder mijn eigen naam]

Er is zoveel waarover ik had willen schrijven. Maar ik slaagde er niet de informatiestroom te ordenen en er klaarheid in te zien. Vandaar de stilte.

Ik had het willen hebben over Nawal El Saadawi. De Egyptische schrijfster van onder andere de Gesluierde Eva. Zoveel jaar geleden was zei voor mij een openbaring die mij en mijn beste vriendin Najat, ertoe aanzette een revolutie te ontketenen vanuit onze kamer in Borgerhout. De revolutie bleef theorie. Helaas.
Een aantal weken terug kwam El Saadawi in het nieuws. Deze stilaan bejaarde dame zou, op het ogenblik dat ze door Europa trok, in eigen land, door Moslimpuriteinen, ter dood veroordeeld zijn wegens een toneelstuk waarin ze een stakende God opvoert. Godslasterlijk volgens een aantal onwrikbare baardmannen.
Ik vroeg mij af waar de grenzen lagen voor een schrijver. En wie geeft die grenzen aan? Kan je over alles schrijven of blijf je van bepaalde zaken gewoon af? Bijvoorbeeld uit eerbied, uit de bekommernis niemand te willen kwetsen of gewoon uit lijfsbehoud?

Niet lang daarna een ander bericht, ditmaal over Tariq Ramadan. Kleinzoon van de Egyptische Moslimbroeders, in hoeverre hij dat gedachtegoed ook heeft overgeërfd, weet ik niet.
Dat hij niet onbesproken is, mag duidelijk zijn. Naar aanleiding van een debat over de interculturele, interreligieuze samenleving, was hij, zoals vaak gebeurd, uitgenodigd door een grote organisatie om te komen spreken in Brussel, op de ULB.
Dat was buiten de rector van de universiteit gerekend. Die vond namelijk dat hij zijn veto moest stellen.
Ramadan was niet welkom op de campus omdat “hij niet bijdroeg tot een harmonisch samenleven van de verschillende gemeenschappen. Iemand die niet bijdroeg tot de integratie van moslims.”
Ik vroeg me af of diezelfde rector een Bart de Wever ook de toegang zou weigeren. De Wever is volgens mij ook niet het toonbeeld van een bruggenbouwer tussen de verschillende gemeenschappen in dit kleine land.
Ramadan had bij mijn weten nooit opgeroepen tot een heilige oorlog. Het lijkt erop dat een veelvoud aan ideeën tolereerbaar zijn op voorwaarde dat ze niet teveel botsen met de gangbare meningen en opvattingen. Verrijkening en echte uitwisseling vertrekt niet op die basis. Echte uitwisseling is niet risicoloos omdat het de mogelijkheid met zich meebrengt dat je afstand kan doen van je eigen ideeën en je je de ideeën van de ander eigen zou kunnen maken. Dat is mijn gedacht.

En dan was er de massatrouw op 21 maart, op de internationale dag tegen het racisme.
21 maart 1960 Sharpeville, Zuid-Afrika. Zwart betoogde tegen het apartheidsregime. Blank vuurde.
69 doden.
De trouw dan op 21 maart 2007.
Yves De Smet van De Morgen vond de hele gebeurtenis van een aandoenlijke schattigheid. (DM 22 maart)
Wouter van Bellingen is uniek volgens Yves De Smet omdat hij zich niet wrokkig, vernederd of gefrustreerd opstelt, maar racisme countert met goedgemutstheid, een bulderlach en een positieve ingesteldheid.
Met een Bruegeliaans gebaar een snuit trekken tegen de onverdraagzaamheid, de kilte en de bitterheid..
Wel ja, laten we feesten en slempen en dansen en zoenen. Het leven moet niet altijd kommer en kwel zijn.
Iedereen heeft het gehoord.
Feesten tegen de onverdraagzaamheid, dat is de weg en niet dat wrokkig gedoe van gefrustreerde slachtoffers om werkgevers of verhuurders die zich racistisch opstellen voor de rechter te slepen.
Al lachend de strijd aanbinden tegen racisme.
Wordt een donkere vrouw door een groep jongeren uitgemaakt voor zwarte apin? Meest gepaste reactie volgens De Smet: een bulderlach van jewelste. Hoe verfrissend.
Een jong koppel met een kindje zijn op zoek naar een huurwoning in Mechelen. Ze hebben allebei een vast contract. Maar aan de telefoon doet hun vreemde naam telkens weer de huiseigenaar er plotseling aan herinneren dat er reeds een optie genomen werd op het appartement. Lachen! Choukran! Misschien moeten ze nog een grapje vertellen ter afsluiting van het telefoongesprek om aan te tonen dat ze joviaal en zeker niet wrokkig zijn na de zoveelste afwijzing.
Geen slachtoffers. Daar krijgen Vlamingen het zuur van.
Als ik De Smet mag geloven willen Vlamingen alleen op muziek hand in hand lopen.
Op z’n Bruegeliaans nog wel.
Maar als ik mij niet vergis, lachen de boeren die op de schilderijen de “boerenbruiloft” en “boerendansen” worden afgebeeld, niet.
Het lijkt alsof Bruegel ons iets wilde zeggen over de levensomstandigheden van de boeren aan het einde van de Late Middeleeuwen, begin van de Nieuwe tijd. Over armoede, ziekte en het feodale stelsel.
In welke wereld worden we wakker na het feest? Na de roes?
Zal de wereld er na dat gefeest en dat mooie zwart en wit en hand in hand er beter uitzien?
Begrijp me niet verkeerd, ik ben geen zuurpruim die tegen feesten en luchtigheid is. Maar het stuit me tegen de borst dat zo iemand als een Yves de Smet, die veilig in zijn Vlaanderenland zit, die nooit of te nimmer omwille van zijn afkomst, zijn huidskleur of zijn levensovertuiging uitgespuwd zal worden of gediscrimineerd, dat uitgerekend zo iemand ons, dus mij ook en al die anderen, de les spelt over hoe wij ons moeten gedragen wanneer we geconfronteerd worden met racisme en haat.
Het leven is geen feest. Ook al maakte Bruegel daar mooie schilderijen over.
Ik was dus redelijk gedegouteerd.
Zal de werkloosheid bij allochtonen teruggedrongen zijn? Zullen de uniefs en hogescholen volstromen met studenten met een niet-Vlaamse naam en zal de stad Antwerpen eindelijk inzien dat objectiviteit en professionaliteit niet afhangt van een stuk stof op je hoofd?

En dan die hele discussie over allochtone schrijvers. Over de zin of de onzin van zo een opdeling of zo een etiket. Over welke thema’s wel en welke niet. Over rolmodel zijn of juist niet.
Zeg eerlijk, je zou toch van minder beginnen te hyperventileren?
Zoals ik het zie is dat ik, als ik de kans krijg, wil schrijven over hetgeen ik ken, vertrekkend vanuit mijn referentiekader, met het doel iets te zeggen waarvan ik vind dat het zinvol is om over te schrijven. Dus sociaal betrokken en realistisch.
Die kunststroming ligt ondertussen ook al een tijdje achter ons, maar volgens de Flair komen alle trends wel eens terug, dus daarover maak ik me geen al te grote zorgen.

Rachida.

vrijdag 30 maart 2007

Voor Stefan


Cool Slideshows

vrijdag 16 maart 2007

Opstap

Dierbare masterclassers,
de blog heeft ons alvast dit opgeleverd: de argumenten voor en tegen een 'concentratie' van mensen met een niet-Vlaamse familienaam (om het zo neutraal mogelijk te houden, waaruit ook de absurditeit blijkt, natuurlijk) staan mooi op een rijtje. Ik heb me een beetje onthouden van betuttelende commentaren, en ik vind dat iedereen de vrijheid heeft om aan zoiets actief mee te werken of niet.
Centraal blijven de literaire teksten, en daarvan heb ik al erg veel fraais gezien in de sessies die we zeer genoeglijk samen hebben gesleten. Het is ook voor mij een erg leerzame onderneming.
Het blijft goed om de Vlaamse lezers te confronteren met de absurditeit van zoiets als een bloemlezing van allochtone auteurs, zeker omdat, zoals ik al vaak zei, jullie een stuk dieper en actiever geïntegreerd zijn dan de modale VB'er die denkt dat jullie nog Nederlands moeten leren (het omgekeerde is het geval :-) ). Maar het is tegelijk handig dat jullie de gelegenheid krijgen het thema van afkomst te relativeren of te nuanceren of net in de verf te zetten in en door jullie teksten (en toekomstige boeken) zelf.
Stuk voor stuk hebben jullie echt meer dan voldoende talent om het op eigen houtje te leren rooien, jullie literaire modellen zijn bovendien vaker die van hier te lande en niet die van een fictief "vaderland", en ik heb groot plezier beleefd aan het samen in groep lezen van jullie teksten en het discussiëren over literaire normen en waarden. Meer dan de oppositie allochtoon- autochtoon (wat heb ik een hekel aan die woorden gekregen en aan heel de neurotische onzin waar ze voor staan) hebben we het eigenlijk gehad over de tegenstelling individu-samenleving, en dat is een problematiek waarin we elkaar maar al te goed vinden. Die tegenstelling, die altijd moet evolueren naar een zinvolle dialectiek tussen 'ik' en de 'ander', vormt het bredere denkkader waarbinnen elke schrijver opereert, of hij nu Orhan Pamuk heet of Peter Verhelst. Net daar ligt ook het concrete punt van alle sessies die we doormaakten: hoe schrijf je iets op? Wat draag je mee, bewust én onbewust, als denkkader, en hoe komt dat terecht in je stijl, de aanpak van een gedicht of een verhaal? Welke keuzes heb je eigenlijk al gemaakt zonder er bij stil te staan, en blijven die overeind als je die kritisch tegen het licht houdt? In die zin zijn onze masterclasses wat mij betreft de opstap naar een heuse redacteur bij een uitgeverij, die met jullie kan gaan 'finetunen' en schaven. Het werk wordt dus professioneel vanaf nu. Jullie hoeven niet gepamperd te worden en jullie zullen er staan als individuen die een samenleving een boek 'posten', zoals dat voor elke schrijver geldt. Jullie thema's variëren, maar telkens komt er een soort vervreemding in te voorschijn, soms poëtisch, soms ironisch, maar het blijkt dat jullie niet uitgaan van evidenties. Dat is wat schrijvers bindt: dat ze niet uitgaan van de evidenties waarmee de wereld hen om de oren slaat. Wat jullie taak is, is dus de taak van elke goede schrijver. Het was prachtig om het verhaal van Rhodan Al Galidi te horen, een verhaal van iemand die werkelijk gevlucht is en zijn handen kapotwerkte op een boerderij om een woordenboek Nederlands te kunnen kopen en die inmiddels literair hoge ogen gooit (en die schandalig genoeg als uitgeprocedeerd door het leven moet gaan; een verhaal dat op d e voorpagina van enkele sensatiekranten had mogen staan om de 'mensen van hier' een beetje de geest te openen).
En wat met de bloemlezing waarin jullie even worden samengedreven? Ach, een goede reden om eindelijk jullie schrijfplannen van een harde deadline te voorzien, meer niet. Over de rest hoef je niet te piekeren, dat zien jullie wel als het zover is. Elk moet daarop reageren zoals zijn hart haar of hem ingeeft. De openbaarheid is altijd onvoorspelbaar, een aantal van jullie weten dat al. Maar net daarom is het gesprek ook boeiend. Kwestie is dat ik geloof dat jullie heel binnenkort meespelen in de literaire cultuur van dit land. Neem dat op jullie volgens de vereisten van jullie temperament en karakter: de een houdt van microfoons, de ander heeft er een hekel aan. Be yourself (whatever that may be).
Blijft de vraag of we onze blog openbaar maken of niet; misschien is het voor sommige journalisten wel boeiend om even te lezen hoe jullie over een en ander denken (dat spaart hopelijk al een paar clichévragen bij interviews en maakt ruimte voor concretere gesprekken over het werk :-)). Ik kijk erg uit naar onze laatste sessie, maar ik weet nu al dat we daarna gewoon doorgaan, en dat ik dat met groot plezier zal doen. Jullie zijn voor mij al heel vanzelfsprekend mijn collega's, en dat is hartverwarmend.
CU on 24
Stefan

zondag 4 maart 2007

Een contingent allochtone schrijvers

Zijn er quota voor bepaalde categoriën van schrijvers?
Kan je schrijvers opdelen in categoriën?
Op grond van wat?
Stijl?
Thematiek?
Afkomst?
Als uitgevers deze indeling hanteren dan is het inderdaad te laat om je werk aan te bieden bij een uitgever waar nu, gelijktijdig, een aantal 'allochtone' schrijvers debuteren.
Het contingent allochtone schrijvers is bereikt, genoeg, er is verzadiging. Over naar iets anders.
Kijken hoe het staat met het contingent schrijvers met een lichamelijke handicap of het contingent holebi schrijvers.
Te laat.
Hadden we niet gezegd dat we dat juist niet wilden? Dat we weigerden onder een exotische verzameling te worden gedreven?
Maar we doen het zelf.

Niet alleen zien de anderen ons zo, maar wat veel dramatischer is, is dat we onszelf op die manier bekijken.
We roepen heel hard (maar met een zeer zwakke overtuiging) dat we zeker niet willen zijn wat de anderen van ons willen maken: exotisch, nieuw, schattig Nederlands met een beetje haar op, niet erg.
Mark Cloostermans, recensent van de Standaard, stelde ons 'allochtone schrijvers' immers gerust in zijn recensie van het boek Kifkif.
Hij had extra stof gekocht voor zijn mantel der liefde.
Daarmee was hij in zijn goedhartigheid bereid om onvermijdelijke taal- en stijlfouten toe te dekken. Hoe lief.
En nu ontdek ik tot mijn ontsteltenis dat we zelf een enorm probleem hebben met onze eigenheid.
Een vette kluif voor psychologen als je het mij vraagt.

donderdag 1 maart 2007

Over de omgekeerde wereld


Positieve discriminatie, ik zie daar echt geen graten in, dames en heren. Rachida, zoals je eerder al zei tijdens een masterclass-sessie: als ik met de nadelen moet leven, waarom dan ook eens niet met de voordelen?! Plus, vergeet dit niet: wij zijn niet de enigen die schrijven, we zijn gekozen uit een groep, omdat we het meeste potentieel hadden. Dat wil ik in ieder geval geloven, Stefan. Dus enige kwaliteit is er. Nu nog polijsten, creëren en aan de man brengen, zou ik zeggen. Ik geloof namelijk niet in de boutade 'talent komt altijd bovendrijven'. Talent moet vooral zijn weg kunnen zoeken.

En verder over thematiek: natuurlijk schrijf je wat je wilt, Fatima, en maar goed ook. Toch een bedenking van de advocaat van de duivel. Vroeger schreef, schilderde of beeldhouwde men geregeld voor een mecenas. Alle groten deden dat, Sixtijnse Kapel, Shakespeare anybody??? Dat was een manier van kunstenaar zijn en overleven. Wat zou je doen als iemand je zegt: schrijf eens een verhaal/roman over hoe het is om allochtoon te zijn, dan krijg je een jaarloon. Haal je daar je neus voor op? En: denk je niet dat je een eigen invulling kunt geven aan die opdracht? Mijn antwoord kennen jullie waarschijnlijk al :-)

Inan

dinsdag 27 februari 2007

Over nieuwe paden


Verandering komt in verschillende stappen. Die moeten elkaar opvolgen en daarbij mag er geen enkele fase overgeslagen worden. Ten tweede moet dat proces aanvaardbaar zijn voor diegene op wie of datgene waarop het betrekking heeft. Ik vind dat twee noodzakelijke voorwaarden om een verandering te laten lukken.

Een voorbeeld: volgens de piramide van Maslow voorzien we eerst in primaire behoeften alvorens onze secundaire te bevredigen enzovoort. Ik denk dat iedereen weet waarover ik het heb. Voor we een boek gaan lezen of iets schrijven, zullen we eerst onze honger stillen, het dak boven ons hoofd herstellen of voor een huilende baby zorgen.

Een ander voorbeeld, misschien iets concreter, maar ook in het kort: een democratie gaan installeren (via druk) van buitenaf en net na het omverwerpen van een dictatoriaal regime, zonder een voorafgaande fundamentele erkenningsbasis bij de lokale bevolking, is gedoemd om te mislukken. Zie hiervoor Afghanistan, Irak en menig gedekoloniseerd Afrikaans land.

Onze situatie is natuurlijk minder precair dan in het voorbeeld in de vorige paragraaf. Maar literair Vlaanderen, en meteen ook de Vlaamse samenleving, anno 2007 is ook onderhevig aan hetzelfde proces van verandering.

De immigranten die na WO II naar België zijn gekomen, waren in de eerste plaats bezig met economisch overleven, met werken voor eten en drinken. Daarna kwam de noodzaak voor bijvoorbeeld betere behuizing en het grondig leren van de taal. Met de jaren en de generaties verschoven de behoeften die nog bevredigd moesten worden. De kinderen en de kleinkinderen van die immigranten, dat zijn wij. En wij zijn geen immigranten, nooit geweest. De meesten van ons zijn hier geboren en we zijn hier allemaal opgegroeid, volwassen geworden.

Onze behoeften zijn anders. Wij hebben eten en drinken, wij hebben een degelijke woning, wij hebben een job. Wij zijn Belgen en Vlamingen. En nu willen we voorzien in onze volgende behoeften. Daarom zie jij een zwarte schepen van Burgerlijke Stand. Daarom zie jij een Vlaamse zangeres met een Turkse naam, een Vlaamse dj met een Marokkaanse naam en een hele hoop Rode Duivels die allen een andere huidskleur hebben. Wij zijn journalisten, advocaten, dokters en kunstenaars.

En wij zijn schrijvers. Binnenkort ga je misschien een hele hoop Vlaamse schrijvers zien met allerhande rare namen. Wij hebben gewacht, met een behoefte die in ons heeft gebrand, en we hebben geduldig geschreven in schaarse momenten van vrije tijd. Wij hebben getracht om ons te tonen, enkelingen. Maar we zijn steeds gegroeid in aantal. Tot je niet meer naast ons kon kijken. Tot je niet meer naast ons kunt kijken.

Wij zijn een groep, omdat jij ons zo ziet. Geen probleem, als je ons zo wilt zien. Maar wij zijn elk ook anders, uniek. En dat zal je gauw merken. Want verandering is een proces. En bij sommigen gaat dat traag. Maar daarom moet je nog geen stappen overslaan. Zet je rustig in je zetel en denk. Laat de gewenning intreden. En aanvaard. Want wij zijn onomkeerbaar.

Inan

zaterdag 24 februari 2007

Beste,

jullie weten hoe ik erover denk hé.
over identiteit, perceptie en stereotypen kunnen we lang doorbomen. maar wat voor mij belangrijk is, is te kunnen schrijven. iets zeggen.
iets zeggen dat relevant is, hoop ik.
moet ik me dan nog gaan bezig houden met randfenomenen? hoe ik wordt gezien, hoe er op mij wordt gereageerd, is dat mijn verantwoordelijkheid?
moet ik proberen te veranderen wat mensen over mij denken?
ik ben eerder geneigd om te zeggen, neen.
tegen racisme reageer ik uiteraard.
heb ook geen zin om ingeschakeld te worden in een groots volksopvoedkundig project.
het enige dat ik wil is een verhaal vertellen.
vanuit het standpunt van mijn personages.
sommigen zullen er iets aan hebben, anderen zullen het onzin vinden. anderen zullen denken dat ik voorgetrokken word omwille van mijn afkomst.
ik wil daar wel over in debat treden, maar het belangrijkste blijft dat schrijven. hoe kan ik meer tijd krijgen om te schrijven, hoe zorg ik ervoor dat ik niet voortdurend het gevoel heb dat dat schrijven zo ergens aan de rand van mijn leven gebeurd, terwijl ik daar eigenlijk fulltime mee bezig wil zijn, serieus?
ik wil ook een eerlijke beoordeling krijgen op mijn geschrijf. niet zeggen dat het fantastisch is terwijl het misschien gênant slecht geschreven is.
en dus, nog steeds hetzelfde dat ik blijf zeggen, go for it!
schrijven, dat is wat telt, de rest is bijzaak. en profiteer van de kansen die je krijgt, gebeurt ook niet elke dag.

Rachida

vrijdag 23 februari 2007

oef!

het was even zoeken, maar hier ben ik dan.
en nu?

Rachida

woensdag 21 februari 2007

ik ben erop


Dag allen,

ik ben erop geraakt. Maar voor een zinnig woord verwijs ik u graag naar volgende keer!

Goeie nacht

maandag 19 februari 2007

Vers bloed: Wordt dit de titel van het bericht?

Even kijken of ik dit op de blog krijg...

Beste masterclassers,
hierbij de mail die ik een tijdje geleden schreef (5 februari) naar aanleiding van de discussie die we voerden omtrent 'geallochtoniseerd worden door goede bedoelingen'

Ik ben verheugd met het fundamenteel debat dat we nu voeren; zoals gezegd, moeten we dit op gestructureerde manier op de weblog opzetten.
Het gaat niet op dit probleem te verdringen want het is spontaan aangebracht en gegroeid; het legt ook een paradox bloot in de benadering van het probleem, waarvoor we niet blind kunnen blijven.
Maar misschien moeten jullie toch de dialectische kant van de zaak niet uit het oog verliezen ook.
Jullie zijn zelf op een cursus afgekomen die het stempel 'allochtoon' droeg - een stempel dat jullie nu te krap, zelfs discriminerend lijkt (een redenering waarvoor ik begrip heb).
Wij hebben gediscussieerd over zin en onzin van een boekje waarin jullie samen zouden staan. Maar laten we de zin daarvan ook niet vergeten. Sommigen onder jullie hebben zin in een rolmodel, anderen niet. Terecht vrezen sommigen van jullie te worden opgetrommeld voor een goeie zaak die vooral ons politiek correct denken moet voeden en jullie zou "allochtoniseren", want jullie zijn volkomen geïntegreerde individuen. Allemaal goed en wel. Maar vergeten jullie niet wat er voor jullie zelf op het spel staat? Is het geen goede gelegenheid om net voor zo'n boek een kritische tekst over deze paradox te schrijven? Jullie nu terugtrekken en vervallen in hyperindividualisme is, sorry dat ik het zeg, typisch een politiek van de individualistische kleinburger... en daar stoten jullie op een andere paradox. Hyperindivualistisch zijn helpt jullie ook niet vooruit. Beweer voor mijn part dat er geen allochtone gemeenschap bestaat behalve tussen onze westerse oren (zoals Saddie suggereerde), maar kruip in godsnaam in jullie pen om daarover waardevolle, kritische teksten te maken in plaats van in scepticisme te vervallen.
Mijn krant vandaag staat bol van de artikels over het alledaags racisme, de zaak Wouer van Bellingen, noem maar op. Er is in dit Vlaanderen enorm veel werk aan de winkel, en jullie moeten niet in jullie schelp kruipen ook, vind ik. Dat is een beetje makkelijk. Ik begrijp de kritiek op de Kifkif uitgave, maar ghettoïsering is natuurlijk nog iets anders.
Als we willen dat er in dit Vlaanderen van het alledaags racisme iets verandert, dan moeten jullie ook de uitdaging durven aan te gaan; het is een basis, een uitgangspunt, en daarna zal ieder van jullie die een waarlijk en echt schrijver is, ook doorgaan; want dat alleen is het verschil tussen schrijvers en anderen: schrijvers schrijven en publiceren, en nemen hun verantwoordelijkheid op in de maatschappelijke arena. Dat hoort tot de kerntaken van de hedendaagse schrijver (anders zat ik niet met jullie in deze werkgroep).
Dus: alle kritiek in acht genomen, laten we blijven werken om goede teksten te maken (en als we al een anthologie maken: asjeblieft, ga ervoor, schrijf teksten over deze paradoxen van een samenleving die jullie doodknuffelt...en kijk hoe mensen met gelijkaardige dubbele identiteiten reageren...!
Hopelijk geeft dit ook wat denkstof en 'a kick in your asses' om aan de gang te blijven...
Ik hoop dat we snel op de blog kunnen. En ik hoop op een goede workshop volgende keer, met veel goede teksten zodat we literair aan de slag blijven, want daar gaat het om.
Hartelijks
Stefan