vrijdag 16 maart 2007

Opstap

Dierbare masterclassers,
de blog heeft ons alvast dit opgeleverd: de argumenten voor en tegen een 'concentratie' van mensen met een niet-Vlaamse familienaam (om het zo neutraal mogelijk te houden, waaruit ook de absurditeit blijkt, natuurlijk) staan mooi op een rijtje. Ik heb me een beetje onthouden van betuttelende commentaren, en ik vind dat iedereen de vrijheid heeft om aan zoiets actief mee te werken of niet.
Centraal blijven de literaire teksten, en daarvan heb ik al erg veel fraais gezien in de sessies die we zeer genoeglijk samen hebben gesleten. Het is ook voor mij een erg leerzame onderneming.
Het blijft goed om de Vlaamse lezers te confronteren met de absurditeit van zoiets als een bloemlezing van allochtone auteurs, zeker omdat, zoals ik al vaak zei, jullie een stuk dieper en actiever geïntegreerd zijn dan de modale VB'er die denkt dat jullie nog Nederlands moeten leren (het omgekeerde is het geval :-) ). Maar het is tegelijk handig dat jullie de gelegenheid krijgen het thema van afkomst te relativeren of te nuanceren of net in de verf te zetten in en door jullie teksten (en toekomstige boeken) zelf.
Stuk voor stuk hebben jullie echt meer dan voldoende talent om het op eigen houtje te leren rooien, jullie literaire modellen zijn bovendien vaker die van hier te lande en niet die van een fictief "vaderland", en ik heb groot plezier beleefd aan het samen in groep lezen van jullie teksten en het discussiëren over literaire normen en waarden. Meer dan de oppositie allochtoon- autochtoon (wat heb ik een hekel aan die woorden gekregen en aan heel de neurotische onzin waar ze voor staan) hebben we het eigenlijk gehad over de tegenstelling individu-samenleving, en dat is een problematiek waarin we elkaar maar al te goed vinden. Die tegenstelling, die altijd moet evolueren naar een zinvolle dialectiek tussen 'ik' en de 'ander', vormt het bredere denkkader waarbinnen elke schrijver opereert, of hij nu Orhan Pamuk heet of Peter Verhelst. Net daar ligt ook het concrete punt van alle sessies die we doormaakten: hoe schrijf je iets op? Wat draag je mee, bewust én onbewust, als denkkader, en hoe komt dat terecht in je stijl, de aanpak van een gedicht of een verhaal? Welke keuzes heb je eigenlijk al gemaakt zonder er bij stil te staan, en blijven die overeind als je die kritisch tegen het licht houdt? In die zin zijn onze masterclasses wat mij betreft de opstap naar een heuse redacteur bij een uitgeverij, die met jullie kan gaan 'finetunen' en schaven. Het werk wordt dus professioneel vanaf nu. Jullie hoeven niet gepamperd te worden en jullie zullen er staan als individuen die een samenleving een boek 'posten', zoals dat voor elke schrijver geldt. Jullie thema's variëren, maar telkens komt er een soort vervreemding in te voorschijn, soms poëtisch, soms ironisch, maar het blijkt dat jullie niet uitgaan van evidenties. Dat is wat schrijvers bindt: dat ze niet uitgaan van de evidenties waarmee de wereld hen om de oren slaat. Wat jullie taak is, is dus de taak van elke goede schrijver. Het was prachtig om het verhaal van Rhodan Al Galidi te horen, een verhaal van iemand die werkelijk gevlucht is en zijn handen kapotwerkte op een boerderij om een woordenboek Nederlands te kunnen kopen en die inmiddels literair hoge ogen gooit (en die schandalig genoeg als uitgeprocedeerd door het leven moet gaan; een verhaal dat op d e voorpagina van enkele sensatiekranten had mogen staan om de 'mensen van hier' een beetje de geest te openen).
En wat met de bloemlezing waarin jullie even worden samengedreven? Ach, een goede reden om eindelijk jullie schrijfplannen van een harde deadline te voorzien, meer niet. Over de rest hoef je niet te piekeren, dat zien jullie wel als het zover is. Elk moet daarop reageren zoals zijn hart haar of hem ingeeft. De openbaarheid is altijd onvoorspelbaar, een aantal van jullie weten dat al. Maar net daarom is het gesprek ook boeiend. Kwestie is dat ik geloof dat jullie heel binnenkort meespelen in de literaire cultuur van dit land. Neem dat op jullie volgens de vereisten van jullie temperament en karakter: de een houdt van microfoons, de ander heeft er een hekel aan. Be yourself (whatever that may be).
Blijft de vraag of we onze blog openbaar maken of niet; misschien is het voor sommige journalisten wel boeiend om even te lezen hoe jullie over een en ander denken (dat spaart hopelijk al een paar clichévragen bij interviews en maakt ruimte voor concretere gesprekken over het werk :-)). Ik kijk erg uit naar onze laatste sessie, maar ik weet nu al dat we daarna gewoon doorgaan, en dat ik dat met groot plezier zal doen. Jullie zijn voor mij al heel vanzelfsprekend mijn collega's, en dat is hartverwarmend.
CU on 24
Stefan